De Argulus of karperluis is door zijn grootte van 5 mm vaak gemakkelijk met het blote oog op de huid van de vis te ovorm, de 2 pigmentogen en de talrijke pootjes op de buikzijde.De Argulus plakt met zijn ntdekken. Men kan hem herkennen aan de ovaal afgeplatte zuignappen aan de huid van de vis en boort met zijn monddelen in de huid van de vis.Het is niet uit te sluiten dat de argulus een overbrenger is van virusziekten. Op de verwondingen kunnen vaak secundaire parasitaire aandoeningen voorkomen.
De vissen vertonen schichtig gedrag, flitsen of schuren over de bodem en vermageren. De huid krijgt rood ontstoken plekken waarop secundaire bacteriële infecties kunnen ontstaan.
De argulus is bij een geringe microscoop vergroting 10-100 x al te zien.
De levenscyslus van de karperluis maakt het een lastig te bestrijden parasiet. Volwassen wijfjes verlaten de gastheer om zich voort te planten, ongeveer 300 eitjes te leggen en vervolgens te sterven. De eitjes worden afgezet op stenen of planten. Bij een temperatuur van 16° Celcius komen de eitjes na ongeveer een maand uit en zwemmen de larven rond. Na 7 vervellingen in ongeveer 2 maanden zijn de larven volwassen en tot voortplanten in staat. Zonder gastheer leven de luizen ongeveer 2 tot 3 weken.
Behandeling: Diflubenzuron, lernex pro colombo
De aanwezigheid van een zonnebaars of zeelt kan de luizenpopulatie uitdunnen of tegehouden.